logo jongleren
Artikel

Rosan is juf en master-student

Geplaatst op: 30 juni 2021

Graag stellen we je voor aan Rosan Lingmont. In haar laatste periode aan de Academische Pabo kwam ze bij Primo stagelopen. Inmiddels is ze een gewaardeerd leerkracht op De Violier die naast haar werk voor de klas, druk bezig is met een master Onderwijswetenschappen. Bij Primo vinden we het belangrijk dat er volop ruimte is voor die professionele ontwikkeling. Of het nu gaat om stagiairs die hun eerste stappen als leerkracht zetten of om collega’s die zich graag verder ontwikkelen binnen het werkveld. Daarom vroegen we Rosan naar haar ervaringen.

Door de redactie


Variatie genoeg in de prille onderwijsloopbaan van Rosan (25 jaar). Drie dagen per week is ze juf in groep 3 op De Violier. Op de twee overige dagen loopt ze haar masterstage op de Hogeschool Rotterdam, daar werkt ze als docent mee aan de ontwikkeling van het onderwijsprogramma voor Pabo-studenten.

Rosan: “Tussen die twee doelgroepen ligt een wereld van verschil, maar ik vind ze alle twee even leuk. Met de kinderen in groep 3 ben ik bezig met de basis; schrijven, lezen, rekenen… Aan het begin van het schooljaar is het allemaal nog nieuw voor ze, maar je ziet ze trots met sprongen vooruitgaan. Op de Hogeschool werk ik met jongvolwassenen. Daarmee kun je de diepte in gaan en putten uit je eigen ervaringen in het onderwijs. Eigenlijk help ik daar bij het opleiden van aanstaande collega’s en ook dat vind ik heel erg leuk.”

 

Van stagiair tot collega

Rosan kreeg tijdens haar derde jaar aan de Academische Pabo een stageplaats bij De Violier toegewezen. Dat bleek meteen een goede match te zijn.

Rosan: “Voordat ik op De Violier kwam, had ik al op verschillende scholen stagegelopen. Op deze school voelde ik mij meteen thuis in hoe er met elkaar wordt omgegaan. Collega’s zijn heel open en ik werd direct gezien als collega in plaats van als stagiair. Door die goede sfeer hier op school, ben ik gebleven.

Ik startte mijn stage in een pittige groep. Al vrij snel kreeg de vaste leerkracht van de groep een burn-out. Omdat vervangers (toen ook al) moeilijk te vinden waren, voelde die eerste periode allemaal wat rommelig. Er was steeds een andere vervanger en die moest soms ook nog van ver komen. Ik werd daardoor al snel gezien als de vaste leerkracht, terwijl ik nog maar stagiair was. Gelukkig was er altijd iemand achterwacht, daar werd door collega’s echt zorg voor gedragen. Ik werd goed geholpen en begeleid in het leerkracht worden. Het jaar erna heb ik ook mijn Lio-stage op De Violier gelopen en ben ik, na het invallen voor collega die aan het re-integreren was, gebleven.”

 

Verder studeren en nieuwe ervaringen opdoen

Na haar bachelor wilde Rosan ook nog haar master behalen. Dus geeft ze nu parttime les op De Violier en doet ze daarnaast in deeltijd de master Onderwijswetenschappen aan de Erasmus Universiteit.

Rosan: “Vorig jaar heb ik vooral de theorie gedaan en dit jaar staat in het teken van de praktijk. Dat houdt in dat ik stage moet lopen en een eindscriptie moet schrijven. Dat doe ik dus niet op De Violier, maar op de Hogeschool Rotterdam.

Twee dagen in de week loop ik mee bij de sectie Onderwijskunde van de Pabo. Daar help ik met het ontwikkelen van materialen en toetsen, en werk ik mee aan het opzetten van leerlijnen. Ik geef er ook les aan de studenten. Dat is eigenlijk niet te vergelijken met het werk op De Violier, als docent op de hogeschool heb je weer heel andere taken dan als leerkracht op de basisschool.

Het is pittig; werken, studeren en dan ook nog een stage ernaast. Zeker als er een iets onvoorzien gebeurt, zoals een duo-collega die ziek wordt. Dan komt er ineens heel veel op je bordje en dat vreet energie. Om het voor mijzelf behapbaar te houden, heb ik mijn stage en scriptie gesplitst. Mijn scriptie gaat over nudging in het onderwijs. (Nudging kun je beschrijven als bijna onzichtbare duwtjes in de goede richting, waardoor leerlingen worden verleid om hun (leer)gedrag aan te passen, red.) Het voorwerk heb ik gedaan, maar ik richt mij nu helemaal op mijn stage en mijn werk voor groep drie. Die scriptie heb ik nu even voor mij uitgeschoven.”

Van kennis naar de praktijk

“Tijdens mijn opleiding aan de Erasmus Universiteit doe ik veel kennis op die ik meeneem naar de praktijk. Bijvoorbeeld als het gaat over in multiculturele klassen. Hoe zit het met de leerkrachtverwachtingen? En welke invloed heeft superdiversiteit op het lesgeven? Alle theorieën die daarachter zitten, vind ik heel interessant en ik denk er met plezier over na om te kijken hoe ik ze zelf kan toepassen.

Helaas heb ik nog niet echt de kans gehad om er veel over te praten met mijn collega’s op school. Dat komt met name door corona. We draaien een continurooster en werken met bubbels, daardoor zie je elkaar eigenlijk vooral bij het koffie halen. Op die momenten bespreek je met collega’s wat er direct nodig is. Wetenschappelijke theorieën komen dan niet zo ter sprake.

Op dit moment is er dus nog een scheiding tussen mijn werk als leerkracht en mijn ervaring als onderwijskundige. Waarschijnlijk ga ik vanaf volgend jaar wel wat meer meedenken op school, maar het gesprek daarover moet nog plaatsvinden.”

 

Door een onderwijskundige bril

Rosan: “Als ik als onderwijskundige naar het onderwijs kijk, zijn er dingen waarvan ik hoop dat het anders aangepakt kan worden. Neem de groepsgrootte. Ook op De Violier hebben we best wel grote groepen, waarvan een aantal klassen rond de dertig leerlingen zitten. Maar je kunt zoveel meer leerwinst behalen in kleinere klassen. Gelukkig denken ze daar op De Violier hetzelfde over. Ze gaan het extra geld dat de scholen nu krijgen vanwege corona gebruiken voor het kleiner maken van de groepen. Dat leidt tot meer individuele aandacht en meer rust in de klas. Die twee punten vind ik heel belangrijk. Het blijkt ook dat startende leraren in een kleinere groep de kneepjes van het lesgeven beter leren. En wij hebben best wel veel startende leerkrachten op school. Alleen maar voordelen dus.”

 

Toekomst in het lesgeven

“Mijn toekomst ligt nu echt nog in het lesgeven. Misschien dat ik het later nog eens kan combineren met iets anders, zoals het werken bij een methode-ontwikkelaar. Dat vind ik nu lastig om te beoordelen, aangezien ik daar nog geen ervaring mee heb. Ik zit voor mijn gevoel echt nog in een beginfase van het voor de klas staan. En ik haal zo veel plezier uit het lesgeven! Iedere dag is anders, ook al draai je je rooster af. Als ik bijvoorbeeld kijk naar mijn kinderen in groep 3… die hebben al zoveel geleerd ten opzichte van het begin van dit jaar. Toen waren ze nog aan het zoeken en twijfelen, nu lezen ze echt al stukken tekst! Zo heb je in iedere groep een moment dat kinderen ineens vooruitvliegen. Dat houdt het lesgeven zo leuk.”