Brugfunctionaris in beeld
Vanaf dit schooljaar hebben bijna alle scholen van Stichting Primo Schiedam een brugfunctionaris. De brugfunctionaris is de schakel tussen school, kind en gezin en zorgt ervoor dat kinderen die opgroeien in ingewikkelde thuissituaties – bijvoorbeeld omdat ze opgroeien in armoede – toch mee kunnen blijven doen en hun talenten kunnen ontwikkelen. Karin Driessen, burgfunctionaris op Loep, vertelt wat haar rol inhoudt, hoe zij te werk gaat en waarom het zo belangrijk is om als brugfunctionarissen onderling zoveel mogelijk kennis te delen.
door de redactie
Op het moment dat we Karin spreken, is de decemberdrukte op Loep in volle gang. De teamkamer naast haar werkplek vult zich met overheerlijke geuren, omdat een groep kinderen er met elkaar pepernoten aan het bakken is. “Kom, laten we even een rustiger plekje opzoeken,” zegt Karin.
Al wandelend door de gang helpt ze nog even met een droge broek voor een kind, houdt ze wat potentiële onrust op het plein in de gaten en beantwoordt ze hier en daar wat vragen van collega’s. “Zo, we kunnen beginnen…”
Karin, 40 jaar, werkt sinds maart 2022 op Loep: “Ik kom niet uit het onderwijs. Ik heb hbo Rechten gedaan en daarna heb ik jaren in het sociaal domein gewerkt, onder andere voor de gemeente Vlaardingen. Maar toen mijn kinderen wat ouder werden en naar de basisschool gingen, merkte ik dat het basisonderwijs mij ook trok. Dus besloot ik te solliciteren bij Primo om te kijken welke rol ik kon spelen.”
Zo kwam Karin bij Loep terecht. Behalve verschillende ondersteunende taken voor de directeur en het begeleiden van leesgroepen, vervult Karin daar nu al bijna drie jaar de rol van brugfunctionaris.
“Onze vorige directeur, Annemieke Jeene, heeft mij die rol gegeven. Al was de term brugfunctionaris er toen nog niet. Annemieke had een ontzettend groot hart voor de kinderen van Loep. Zij had goed zicht op hoe belangrijk het is dat er iemand op school is die kan helpen als gezinnen het moeilijk hebben. Zij heeft mij verder alle ruimte en vrijheid gegeven om de functie eigen te maken.”
Brugfunctionaris als steunpilaar
Een brugfunctionaris slaat een brug tussen school, het gezin en de directe leefomgeving van een kind. Of, zoals Karin het omschrijft, is de brugfunctionaris een steunpilaar met een vertrouwd gezicht, die zich bezighoudt met alles rondom armoede. De brugfunctionaris biedt ouders en kinderen een luisterend oor, ondersteunt bij vragen en helpt ze een weg te vinden naar voorzieningen. Bijvoorbeeld door hun in contact te brengen met hulp in de wijk, maar ook door regelingen aan te vragen of te helpen met het invullen van formulieren. Door ouders te ondersteunen bij deze niet-schoolse, praktische zaken, krijgt een gezin vaak wat lucht. Dat zorgt ervoor dat de kinderen beter mee kunnen doen en ook beter tot leren komen.
Niet alleen in het onderwijs, maar ook bij de overheid zien steeds meer mensen de meerwaarde van een brugfunctionaris. Aan het begin van dit kalenderjaar konden scholen bij het rijk subsidie aanvragen voor een brugfunctionaris op school. Ook veel Primo-scholen hebben die subsidie toegekend gekregen. Geen overbodige luxe in een gemeente waar 1 op de 6 kinderen opgroeit in armoede. Elf van de twaalf Primo-scholen, waaronder Loep, hebben vanaf dit schooljaar een eigen officiële brugfunctionaris. Met haar ervaring helpt Karin graag mee om deze collega’s goed te laten landen in hun rol: “Toen ik net begon had ik geen idee, en ik kon niet echt bij iemand terecht. Het is fijn dat startende brugfunctionarissen nu vanaf het begin af aan al veel meer een intern netwerk hebben.”
Laten we onze kennis delen
“Begin september ben ik, samen met Marian (brugfunctionaris op De Singel), benaderd door Mariëlle van der Schoor en Nichola Capel van het bestuurskantoor van Primo. Samen hebben we meegedacht over een bijeenkomst voor alle brugfunctionarissen binnen Primo. In de week na de herfstvakantie hebben we die bijeenkomst georganiseerd. We maakten kennis met elkaar en bespraken dingen zoals: wat verwacht je van je rol? Weet je al hoe je het gaat invullen of heb je nog geen idee? Voor mij was de uitleg niet echt meer nodig, maar het fijne aan zo’n bijeenkomst is dat je ideeën met elkaar kunt uitwisselen. Is er nog iets nieuws? Hoe pak jij dit of dat aan? Hoe presenteer je jezelf?
Naar aanleiding van die bijeenkomsten heb ik ook nog aparte gesprekken gehad met startende collega’s. Ik kon ze goed helpen door te vertellen waar ze het beste lid van kunnen worden, waar ze informatie kunnen vinden, welke initiatieven er zijn in de stad en waar ze intermediair van moet worden, zodat ze regelingen kunnen aanvragen voor kinderen.
Een van de collega’s gaf aan dat ze het best spannend vindt om ineens met ouders in gesprek te moeten over armoede. Ik weet dat het Jeugdeducatiefonds bijeenkomsten gaat organiseren over het signaleren van armoede en over hoe je het gesprek met ouders aangaat, maar niet alle Primo-scholen met een brugfunctionaris zijn een Jeugdeducatiefonds-school. En als je school dat niet is, kun je daardoor als brugfunctionaris niet naar die bijeenkomsten. Ook hebben die scholen minder te besteden. Alle kinderen voor de vakantie een tas met boodschappen meegeven, zoals wij dat op Loep doen, is voor deze scholen niet haalbaar. Maar dat betekent natuurlijk niet dat zij geen kinderen in armoede hebben op school. Zij moeten voor hulp vooral rekenen op regelingen van de gemeente en andere initiatieven, zoals Stichting Jarige Job, Jeugdfonds Sport & Cultuur en Stichting Leergeld. Daardoor is het extra belangrijk om binnen Primo alle kennis met elkaar te delen.
Het is bedoeling is dat we vanaf nu met alle brugfunctionarissen van Primo een paar keer per jaar bij elkaar komen, zodat we van gedachten kunnen wisselen en het met elkaar kunnen delen als er iets nieuws op de proppen komt. Voor al die momenten ertussen heeft Nicola heeft via Outlook een groep aangemaakt waarin we dingen naar elkaar doormailen. Uiteindelijk moet je het op school zelf doen, maar het is fijn als je mensen hebt om iets aan te kunnen vragen.”
Terug naar de dagelijkse praktijk
In de twee en een halve dag dat Karin werkt, biedt ze behalve een luisterend oor, vooral veel hulp bij allerlei praktische zaken. Van een bed voor een kind dat nog bij zijn moeder slaapt tot een Jarige Job Box, zodat kinderen hun verjaardag kunnen vieren.
“Maar de allermeeste aanvragen gaan toch over sport. Ik probeer de kinderen altijd eerst naar zwemmen te krijgen, omdat een zwemdiploma voor alle kinderen nou eenmaal heel belangrijk is. Maar daarnaast zijn boksen en judo op onze school helemaal hot. Voor al deze dingen kan ik terecht bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Het fijne aan dat fonds is dat je geen inkomensverklaring nodig hebt. Zij zijn daarin heel duidelijk: als jij denkt dat het nodig is, dan vraag je het aan. Ik mag dus zelf beoordelen of een gezin er baat bij heeft. Zo zijn er op Loep ook ouders die onder de noemer ‘werkende armen’ vallen. Vanwege hun inkomen vallen zij vaak net buiten regelingen met een inkomenstoets. Laatst had ik bijvoorbeeld nog een gezin met twee kinderen waarvan de ouders zich een slag in de rondte werken. Desondanks konden ze het geld voor zwemles niet opbrengen. Dankzij het Jeugdfonds heeft dat jongetje toch maar mooi zijn c-diploma gehaald.”
Alle kleine beetjes helpen
Als Karin in de afgelopen jaren één ding heeft geleerd, dan is dat dat alle kleine beetjes écht helpen.
“Zo wees Marian mij erop dat je als school via het Armoedefonds een MUP kunt worden, dat is een Menstruatieproducten UitgiftePunt. Dat heb ik toen meteen aangevraagd. We hebben nu gratis maandverband op de meidenwc’s en mensen kunnen het bij mij ophalen.
Vorige week had ik een gesprek met een moeder die ik al weken aan tafel probeerde te krijgen. Ze heeft een groot gezin met onder andere puberdochters, is zelf ziek en kan niet werken, vader is vertrokken en de kinderen zijn vaak veel te laat op school. Er was veel verdriet en dat kwam er allemaal uit. Gelukkig ik heb veel voor haar kunnen regelen. Aan het einde van het gesprek kon ik ook nog die doos van de MUP erbij pakken. Of ik haar kon helpen met menstruatieproducten? Ze veerde daar helemaal van op. Ze moet dat elke maand voor haarzelf en haar dochters kopen, maar dat is zo duur. ‘Laten we het in een tas stoppen’, zei ik tegen haar, ‘dat is discreter’. Maar die tas scheen hartstikke door, dus we hebben enorm gelachen. Uiteindelijk liep ze toch nog met een grote glimlach de deur uit.
Mensen zeggen weleens dat dit soort hulp pleisters plakken is, een druppel op een gloeiende plaat. Maar ik ben ervan overtuigd dat het wél helpt. Dat leer je als je elke keer weer ziet wat het doet met mensen als je ze aan een dekbed, kleding of schoenen kan helpen. Als ik zo’n moeder die tas met menstruatieproducten meegeef, kan ze met het geld dat ze uitspaart misschien toch nog een klein schoencadeautje kopen voor de kinderen. En dat is ook heel belangrijk.”
Beter in beeld
Om ouders en kinderen echt te kunnen helpen, moeten ze Karin wel weten te vinden. Dat lukt nog niet altijd even goed, vindt ze zelf. Daarom doet ze er alles aan om in beeld te komen bij de mensen die haar hulp kunnen gebruiken.
“Deze week zei een collega: ‘Jij kunt mensen goed helpen, omdat je er echt voor ze bent. Mensen voelen zich snel vertrouwd om hun verhaal bij jou te doen’. Dat vond ik een lief compliment. Ik probeer ook zo laagdrempelig en benaderbaar mogelijk te zijn. En het klopt, als mensen eenmaal bij mij aan tafel zitten, vertellen ze hun hele verhaal. Ik zit snel met mensen op één lijn, met arm, rijk en alles wat ertussen zit. Dat heb ik eigenlijk altijd wel gehad, ook toen ik nog bij de sociale dienst werkte. Ik praat veel, maar die mensen dan ook! Toch bereik ik als brugfunctionaris nog lang niet iedereen die ik wil bereiken. Ik sta elke drie ochtenden die ik per week werk buiten bij de deur. Ik probeer mijn gezicht veel te laten zien aan ouders en kinderen. En regelmatig plaats ik berichtjes in Parro, de ouderapp. Dan komen er wel wat meer aanvragen. Maar verder kan ik niet zomaar ouders aanspreken met: ‘Joh, heb jij hulp nodig? Je ziet er arm uit.’ Daar denk ik dus veel over na: heb ik het op de rit? Wat kan ik anders, meer of beter doen?
En als brugfunctionaris kun je het niet alleen, je hebt heel het team nodig. Leerkrachten, ib’ers en zelfs de fysio helpen door te signaleren wat er in het gezin van een kind speelt, door ouders door te verwijzen en bij mij aan de bel te trekken. Samen kunnen we gezinnen nog beter helpen. En wat ook belangrijk is om daarbij te zeggen: ik pak alles op, dus het kost collega’s verder geen extra werk.
“Als brugfunctionaris kun je het niet alleen, je hebt heel je team nodig.”
Ik hoop dat we met de brugfunctionarissen nog veel meer ouders en ouders kunnen helpen. Maar bovenal hoop ik dat we eraan kunnen bijdragen dat armoede meer bespreekbaar wordt, zodat mensen die hulp nodig hebben, zich daarvoor niet meer hoeven te schamen. Er zijn al steeds meer ouders die bij mij aan durven kloppen, maar het kan gewoon niet dat het er zo weinig zijn. Ik hoop daarom dat we allemaal wat meer naar elkaar om gaan kijken. We moeten het onderwerp armoede nog meer met elkaar gaan dragen.”
Leestips van Karin
Maak een start met meer dynamiek tijdens jouw lessen.
- Armoede uitgelegd voor mensen met geld, Tim ‘S Jongers
- Dromenmakers, mijn reis langs eigenwijze basisscholen, Abdelkader Benali