logo jongleren
Artikel

Kees Bol over de aanpak van armoede op school

Geplaatst op: 6 maart 2023

Ook al is hij eigenlijk al gepensioneerd, ‘meester Kees’ is nog bijna dagelijks op Het Startblok te vinden. Als vrijwilliger bij het Jeugdeducatiefonds, ambassadeur Jeugdfonds Sport en cultuur én ambassadeur Bliep bekommert hij zich om de kinderen en hun ouders die het financieel moeilijk hebben. Kees Bol vertelt over de mogelijkheden om wat te doen aan armoede, en dat iedere school er eigenlijk een aandachtsfunctionaris voor zou moeten hebben.

Door de redactie


Het Jeugdeducatiefonds is betrokken bij zo’n dertig scholen in de regio Maassluis, Schiedam, Vlaardingen (vijftien scholen in Schiedam), wat betekent dat de scholen een extra potje hebben om uit te geven aan kansenongelijkheid. Een potje dat Kees goed weet in te zetten. “Wat we zien, is dat de laatste jaren veel geld wordt uitgegeven aan armoede, aan de hulp aan kinderen en ouders die het financieel moeilijk hebben.” Op school doet Kees de aanvragen bij het Jeugdfonds Sport en cultuur, en hij zit in de Primo-werkgroep Armoede.

 

Zomerjasje in de winter

We weten uit cijfers dat veel van de leerlingen in onze regio opgroeien in armoede, maar dat dat niet altijd zichtbaar is. En daar ligt ook het probleem. Leerkrachten moeten tools krijgen om armoede te leren signaleren, door te vragen, te kijken en op te letten wat leerlingen wel en niet doen. “Als je bijvoorbeeld ziet dan een kind met versleten schoenen loopt of met een zomerjasje in de winter, dan ga je met de ouders in gesprek en vraag je of je ze kunt helpen.” Daarnaast melden ouders zich steeds vaker uit zichzelf als ze het financieel zwaar hebben. “Bij mij op school gaan mensen zo langzamerhand zelf om hulp vragen, zijn ouders de schaamte voorbij en weten ze dat we kunnen helpen.”

Wat een leerkracht kan doen, is al aan het begin van het schooljaar, in het startgesprek, te bespreken wat het kind nodig heeft om op school te presteren. “Van het kind worden elke dag weer prestaties verwacht. Maar hoe kan dat nou als je op de grond of met zijn vieren in één bed slaapt, slecht eet, geen laptop hebt, of geen plek hebt om huiswerk te maken?” Geef aan dat je als school daarbij kunt helpen. “Want als je daarmee een kind kan helpen en de prestaties gaan omhoog, dan is dat mooi. Ik besef dat we nooit iedereen kunnen helpen, maar we doen wel ons best om zoveel mogelijk kinderen te helpen.”

 

Kansenongelijkheid

Door ouders aan te spreken, bijvoorbeeld te vragen of het goed is dat er voor een jas wordt gezorgd, gaan ze op Het Startblok heel praktisch te werk. Maar er worden ook gratis prentenboeken weggegeven aan alle kleuters in de voorleesweek. “We doen van alles vanuit het Jeugdeducatiefonds. Zo hopen we dat er thuis voorgelezen wordt. Dat valt dan weer onder de kansengelijkheid, dat er thuis dingen gebeuren die het onderwijs ondersteunen.”

Als je het hebt over kansenongelijkheid, toont onderzoek aan dat het niet alleen moet gaan over rekenen en taal, maar ook over naar buiten gaan. Dingen doen. “Daar moeten we met zijn allen naar kijken. En je hoeft niet altijd ver weg. Naar de dierentuin, museum, het bos, Hoek van Holland. We hebben kinderen die nooit naar Hoek van Holland gaan, dat kan je je niet voorstellen.” Daarvoor hoopt Kees op een samenwerking met Buzz010: “Zij gaan naar Hoek van Holland. Doen allemaal uitstapjes rondom Rotterdam. Het zou mooi zijn als we dit jaar daaraan mee zouden kunnen doen.”

 

Er zijn veel potjes

Er is sowieso heel veel. Als je naar de site sam& (www.samenvoorallekinderen.nl) gaat, vind je daar van alles, van Linda de Mol tot Stichting Leergeld, tot cadeautjes voor verjaardagen. Of op www.blieppas.nl, waarop ook alles staat wat beschikbaar is voor kinderen die in armoede leven. Kees: “Maar je komt altijd weer uit bij aanvragen. Er is dus van alles, maar je moet het weten te vinden en is het is soms niet zo makkelijk te verkrijgen. Het is vreselijk in dit land, dat je dit als ouders zou moeten aanvragen, want dat doet wel wat met je eigenwaarde.”

Vandaar dat Kees veel via het Jeugdeducatiefonds regelt: “Want daar krijg je als school een potje (van het eerste jaar 10.000 euro, daarna 13.000 euro) waarmee je kan doen wat er nodig is. Voor een kind met een kapotte bril bijvoorbeeld, dan duurt het soms drie, vier weken voordat ouders het laten maken, want het kost geld. Dan stuur ik dat kind gewoon naar de brillenwinkel hier om de hoek, en dan krijgen wij de rekening. Dan kan het kind direct de lessen goed volgen en is het tenminste opgelost. Maar ook de bus voor de werkweek wordt uit het potje betaald.”

 

‘Vragen om bijstand doet wat met je eigenwaarde. En dat is vreselijk’

 

Aandachtsfunctionaris

“Eigenlijk moet iedere school iemand hebben die alles regelt en beheert, op de hoogte blijft. Een soort armoedecoördinator, de aandachtsfunctionaris armoede.” Iemand die weet waar je wat kan regelen dus. En wat heel hard nodig is, is dat alle partijen die iets te bieden hebben gaan samenwerken. Dat duidelijk is waar je terechtkunt. “We zijn allemaal hartstikke vrijgevig, daar ligt het niet aan, maar waar je het moet aanvragen is vaak niet duidelijk, en je weet niet of je het krijgt.”

Maar, zo gaat Kees verder, “Daar heb je dus wel iemand voor nodig die zo gek is om dat te doen. Op alle scholen is het druk, kampen ze met personeelstekorten, dus het moet je nauw aan het hart liggen om iets te doen naast je gewone werk. Het zou mooi zijn als we daarvoor vrijwilligers zouden kunnen vinden. Dat zijn we met het Fonds Schiedam Vlaardingen aan het onderzoeken.”

 

 

‘Iedere school heeft een armoedecoördinator nodig’

 

Voorlichting

Daarnaast denkt Kees Bol erover na hoe armoede meer onder de aandacht gebracht kan worden binnen de schoolteams. Door leerkrachten voor te lichten, met een filmpje bijvoorbeeld. Of door iemand scholen te laten bezoeken die kan vertellen over het signaleren van armoede, en over de voorzieningen die er zijn. Hoe kom je aan een laptop of een fiets als je het geld er niet voor hebt?

Maar ook door ouders te laten weten dat ze kunnen, mogen en durven vragen. Daar ziet Kees een taak weggelegd voor de ouderkamer: vertel ouders wat er allemaal kan, verwijs ouders naar de website waar ze dingen kunnen aanvragen. “En je hebt dus iemand nodig op school die bereikbaar, zichtbaar is, en waar mensen naartoe kunnen met hun vragen. Het mooiste zou zijn als dat iemand is die werkt op die school, die regelmatig zichtbaar is, en af en toe in de ouderkamer gaat zitten.”