Maak kennis met het Programma Excellent Teaching
Melle Hoekstra, groepsleerkracht en kanjercoördinator op De Singel, is sinds december één van de twaalf Primo-collega’s die deelneemt aan het Programma Excellent Teaching. Hiermee verdiep je je als leerkracht onder andere in hoe je jouw instructie zo effectief mogelijk maakt. Daarbij baseer je je op leertheorieën en cognitieve psychologie. Wij vroegen Melle naar zijn ervaringen tot nu toe.
Door de redactie
“Dat ik het zó leuk zou vinden om die theorie in te duiken, had ik van tevoren niet verwacht.”
Toen de leerkrachten van De Singel voor de eerste keer werden benaderd om de master Excellent Teaching te gaan volgen, leek dat Melle best interessant. Toch ondernam hij niet meteen actie om zich op te geven. Hij voelde al langer dat de tijd rijp was om zich verder te verdiepen en bij te leren, maar zoals die dingen gaan: er zijn altijd nog zoveel andere zaken om je mee bezig te houden. Zo kwam er thuis een kleintje bij en dat vroeg ook veel tijd en aandacht. Maar naarmate alles privé in rustiger vaarwater kwam, was er ook weer tijd voor andere dingen. Dus toen directeur Inge Werneke bij Melle langskwam met de vraag of het programma Excellent Teaching echt niet iets voor hem was, besloot hij ervoor te gaan. Inge gaf hem met dat gesprek het zetje dat hij nodig had.
Doen wat je doet, omdat je weet dat het werkt
De master ging 15 december van start, midden in coronatijd. Samen met elf collega’s startte Melle het tweejarige programma online: “Het begon met kennismaken en een beetje je weg vinden in de online omgeving. Inmiddels is de verdeling tussen online en fysieke bijeenkomsten ongeveer gelijk.
Het programma Excellent Teaching is gebaseerd op het verbeteren van de manier waarop je lesgeeft. Of, anders gezegd: je leert hoe je je instructie zo effectief mogelijk maakt. Daarbij baseer je je op leertheorieën en cognitieve psychologie. Je gaat ook aan de slag met het analyseren van toetsresultaten van individuele leerlingen en leert hoe je op basis daarvan adaptief het lesaanbod kunt aanpassen.
De inhoud van het programma sluit goed aan bij het evidence based werken waar we op De Singel al een aantal jaar mee bezig zijn. Dat houdt in dat je niet zomaar een aanpak kiest, maar dat je doet wat je doet, omdat wetenschappelijk bewezen is dat het werkt.”
Durf boven de methode te staan
“Ik ben dertien jaar geleden begonnen op De Singel. Als beginnend leerkracht houd je je vooral vast aan de methode; die is de baas, die zal het weten. Terwijl het voor de kinderen misschien helemaal niet altijd de beste manier is. Naarmate je meer ervaring krijgt, durf je meer boven de methode te staan. Maar dan heb je nog steeds te maken met een curriculum dat in een schooljaar moet worden doorgewerkt, om de kinderen na de zomer goed over te dragen aan volgende leerkracht. Als je onbewust te snel door die stof heen dendert, bestaat de kans dat een deel van de kinderen achterblijft, dat is zonde.
Met de kennis die ik nu heb, durf ik veel meer mijn eigen weg te kiezen. In methodes zit bijvoorbeeld lang niet altijd genoeg herhaling, terwijl kinderen die juist zo hard nodig hebben. Daar neem ik nu dus meer tijd voor, ook als dat betekent dat we een aantal minder belangrijke onderwerpen uit de methode dan niet hebben behandeld.”
Kinderen zijn actief en betrokken
“De lesstof was niet helemaal nieuw voor mij. Sinds twee jaar geven we op De Singel rekenlessen volgens de uitgangspunten van het boek Expliciete Directe Instructie 2.0. Toen mijn collega dit boek ontdekte, dacht hij: eureka, hier waren we naar op zoek! De expliciete directe instructie is een belangrijke basis van Excellent teaching. Het programma biedt mij daarom vooral veel verdieping.
Ik ben dan ook niet per se anders gaan lesgeven. Het is wel zo dat ik me beter realiseer waarom we de dingen doen zoals we ze doen. De theorie geeft mij vertrouwen; het is enorm fijn om te weten dat wat je doet, ook echt werkt. Dat maakt mij in ieder geval een stuk gemotiveerder en zekerder.
Een voorbeeld: op De Singel zijn we al een tijd afgestapt van het laten opsteken van vingers. De kinderen die dat doen, weten toch het antwoord wel. In plaats daarvan werken we met ijsstokjes met namen erop. Je trekt een willekeurige naam uit de pot en dat kind mag antwoord geven. We werken ook veel met wisbordjes waar kinderen allemaal hun eigen antwoord op schrijven. Daarna steken ze de bordjes allemaal tegelijk in de lucht. Zo heb je in één keer overzicht of de kennis goed is aangekomen. Ik ben continu bezig met het bedenken van nieuwe vragen waarmee je kunt toetsen of kennis goed is aangekomen. Geven de kinderen het verkeerde of geen antwoord, dan weet ik dat ik iets niet goed heb gedaan of dat ik de stof nog een keer moet herhalen.
Bij de kinderen zie je ook een omslag, je merkt dat hun betrokkenheid groter is. Iedereen kan een beurt krijgen, daarom moeten ze wel meedoen en hebben ze een actievere houding in de les. Op De Singel is ons motto: niemand blijft achter. Deze manier van werken past daar uitstekend bij. Het helpt je om erachter komen of ook de stille leerling het heeft begrepen.”
Een positieve verrassing
“De eerste module van het programma is afgerond. Hoe we als deelnemers de rest van het team meenemen in wat we hebben geleerd, is aan ons. Elke week komen we op De Singel in leerteams bij elkaar. In mijn leerteam, dus dat van de groepen 7 en 8, doen vijf van de negen collega’s mee aan het programma. De anderen worden daardoor eigenlijk automatisch meegenomen. Dat zal ook zeker de bedoeling zijn geweest van onze directeur Inge, zij vraagt natuurlijk niet voor niets tien collega’s om mee te doen.
Ik had er in het begin zeker een zetje voor nodig, zo’n master is toch een extra belasting. Maar dat ik het zó leuk zou vinden om die theorie in te duiken, had ik van tevoren niet verwacht. Daarmee heb ik mijzelf positief verrast.”